Een nieuw jaar en nieuwe ontwikkelingen!

Ik kwam in de morgen van 15 januari 2011 terug in Noord Sulawesi, nadat ik Jakarta die morgen om vier uur had verlaten. Direct na de landing in Manado ben ik naar het Tasikoki animal rescue centrum gegaan. Hier overlegde ik met Simon Purser (de manager daar) over de voorbereidingen voor de vrijlating –een paar dagen later- van een groep van Sulawesi makaken (een apensoort) in het Masarang bos in Tomohon.

Daarna waren er de gebruikelijke besprekingen over de organisatie en de financiën. Deze werden gevolgd door een ceremonie met schoolkinderen die 5000 vissen vrijlieten in meertjes waarvan de waterkwaliteit steeds beter wordt vanwege onze herbebossing hogerop in de bergen. Deze vis-uitzetting maakte deel uit van het 10 jarig jubileum van de Masarang Stichting in Noord Sulawesi.

Het Tasikoki animal rescue center maakt ook deel uit van Masarang en hier wonen mijn vrienden Bento en Is. Dit zijn twee Borneose orang-oetans die op het punt stonden te worden gesmokkeld naar de Filippijnen toen ze in beslag werden genomen in Noord Sulawesi. Ze maakten deel uit van een grotere groep dieren uit Indonesië waaronder zonneberen (Aziatische berensoort), gibbons en een Javaans luipaard. Al deze dieren zijn opgevangen en weer gezond gemaakt in Tasikoki, waar ze zich alweer veel langer bevinden dan we zouden willen. Voor Bento en Is heb ik nu goede hoop dat ze nu spoedig kunnen verhuizen naar een vernieuwd dierencentrum dat ik heb ontworpen met de Sultan van Yogyakarta, een man die het belang van bescherming van bedreigde dieren begrijpt. Van daar kunnen ze hopelijk op termijn weer terug naar waar ze horen: het bos van Borneo.

Deze reis naar Java en Borneo begon ik met vergaderingen in Bogor en Jakarta. De Duitse ambassadeur, Dr Norbert Baas, had me uitgenodigd om te spreken met leden van het Duitse Parlement. Zij waren in Maleisië en Indonesië om te leren over de oliepalm problematiek (palmolie wordt in onze voeding en zeepproducten verwerkt, maar deze plantages vernietigen het bos in Indonesië en Maleisië). Ik was erg blij met deze kans! Sommige leden van de delegatie hadden zo veel lof voor die prachtige oliepalmen die ze hadden gezien en waarover ze zo positief waren voorgelicht in Maleisië… Toen begon ik vragen te stellen over zeer fundamentele dingen zoals de 1760 kg van meststof per hectare die bij oliepalmen wordt gebruikt, die ook nog deels uit fossiele brand stoffen wordt gemaakt. En over de bestrijdingsmiddelen die langdurig en in grote hoeveelheden worden toegepast en die voor meerdere generaties de kwaliteit van het drinkwater aantasten, en wat te denken van de ineenstorting van de biodiversiteit door de kap van het woud en vestiging van plantages, en wat van de weinige en laag betaalde banen die lokale mensen krijgen in ruil voor het opgeven van hun land? En wat blijft er van die banen over als uiteindelijk de oogst met machines gaat plaatsvinden? Die paar banen zullen dan verdwijnen waarna de mensen weer zijn aangewezen op schadelijke ‘slash en burn’ landbouw. Daardoor zal het bos verder verdwijnen en op het nieuwe gedegradeerde land zal men weer oliepalmplantages vestigen om het land ‘productief’ te maken. Deze vragen zetten velen van hen aan het denken en er werden veel aantekeningen gemaakt!

Na de vergadering en het diner in residentie van de ambassadeur ging ik naar Ulla von Mengden’s kleine huisje in het midden van de dierentuin. Toen ik het hek opende werd Tono wakker. Tono is een mannelijke Sumatraanse orang-oetan die ik al vele jaren ken en die heel groot is geworden. Hij brulde gelukkig en vroeg om een schoudermassage door de tralies van zijn kooi bij de ingang. Toen ik de gibbon kooien passeerde hoorden Ulla’s honden me en begonnen te blaffen. Ulla was al naar bed gegaan, maar sliep nog niet. Haar gehoorapparaat lag al naast haar bed en ik heb het kort gehouden waarna ik naar mijn kamertje ging waar een muur van 25 centimeter mij scheidde van de orang-oetans die op de andere kant sliepen. Ik werkte nog een paar uur aan wat documenten en probeerde ondertussen de overvloedige muggen dood te slaan, waarna ik ging slapen.